De werkloosheid in Nederland is in oktober verder afgenomen, tot 5,6 procent van de beroepsbevolking. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag.
Het stevige dalingstempo uit de nazomer zet zich ook door in het najaar, aldus het statistiekbureau. De werkloosheid loopt nu al sinds april elke maand een beetje terug. In september stond de teller nog op 5,7 procent. Het aantal mensen dat werkloos thuiszat kwam in oktober uit op 502.000. Dat zijn er 8000 minder dan een maand eerder.
De werkloosheid begeeft zich de laatste tijd op het laagste niveau in circa vier jaar. Het aantal werklozen is de afgelopen maanden daarbij steeds sneller gedaald. Dat komt vooral doordat steeds minder werkenden hun baan kwijtraken.
Het totale aantal mensen op de arbeidsmarkt nam net als in de zomer verder toe. Dat betekent dat het aantal werkenden harder toeneemt dan de werkloosheid terugloopt.
In Europees perspectief doet Nederland het eveneens goed. Vergeleken met omringende landen is de daling hier het sterkst. In Oost-Europa gaat de werkloosheid wel harder omlaag. Tsjechië heeft momenteel zelfs de laagste werkloosheid in de Europese Unie, aldus het CBS.
Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken reageert verheugd: "Er komen steeds meer banen. Voor jong en oud. Het aantal jongeren met een baan is in zeven jaar tijd niet zo hoog geweest als nu. Ook veel 45-plussers hebben een baan gevonden. Dat geeft vertrouwen."
Positief is vooral dat de langdurige werkloosheid is afgenomen, ook onder 45-plussers. In het derde kwartaal van 2016 waren er 205 duizend langdurig werklozen, 33 duizend minder dan in dezelfde periode een jaar eerder.
Wel zijn nog steeds meer dan zes op de tien werkloze 45-plussers twaalf maanden of langer op zoek naar werk. Onder jongeren is het probleem van langdurige werkloosheid minder groot.